Ik ben Thaly (22) en heb dit jaar afscheid moeten nemen van een, voor mij, heel bijzonder persoon. De periode voordat hij uit het leven stapte, hebben we heel wat gesprekken gehad over zijn gedachten en gevoelens. Ik deel met jullie graag een heel klein stukje van ons verhaal. Hiermee wil ik, vanuit mijn verhaal, mensen die het moeilijk hebben tonen dat iemand in vertrouwen nemen geen schande is. Maar ook wil ik naasten laten zien dat, ondanks je hiervoor niet altijd rechtstreekse bevestiging krijgt, je wel degelijk vaak meer betekent dan je zelf denkt.
Sterke band
We zagen elkaar graag, maar door hoe hij zich voelde was een relatie niet mogelijk. Hij zei dat hij niet kon voldoen aan de verwachtingen die bij een relatie horen. Terwijl we beiden heel graag verder wouden samen. Ondanks dit, is onze band heel sterk gebleven. Officieel hadden we inderdaad geen relatie meer. Maar dat wil niet zeggen dat we elkaar minder graag zagen, in tegendeel. Hij was vrij gesloten over zijn situatie en gaf aan dat niet veel mensen op de hoogte waren. Ik had het geluk om zijn vertrouwen te krijgen. Daar ben ik hem ontzettend dankbaar voor.
Ik had het geluk om zijn vertrouwen te krijgen. Daar ben ik hem ontzettend dankbaar voor.
'En, hoe is het?'
Als we elkaar zagen was onze standaard vraag naar elkaar toe: ‘En hoe is het?’. Dit echt elke keer, zonder uitzondering. Het klinkt misschien een domme vraag. Maar de vraag was altijd heel oprecht bij ons beide. Ik kreeg hierdoor ook telkens een eerlijk antwoord. Vaak was het antwoord ‘slecht’. Maar hij was eerlijk, dat was voor mij het belangrijkste. En voor hem was het belangrijk dat hij eerlijk mocht zijn. Ik merkte wanneer hij erover wou praten of niet. Gaf hij aan dat hij het er niet over wou hebben, dan ging ik er ook niet verder op in. Dan wist ik dat hij enkel zijn gedachten wou verzetten.
Vaak waren er momenten waarop ik voelde dat hij juist wel wou praten. Meestal begon hij hier op een heel subtiele manier over. Zoals ‘Ik heb morgen een afspraak’, bleek dit met de psychiater te zijn. Vaak met één zin en uit het niets begon hij het gesprek. Op die momenten wist ik dat hij nood had aan een babbel. Doordat ik hier verder op in ging werd een gesprek gestart. Ik probeerde zo veel mogelijk te luisteren naar wat hij kwijt wou. Zelf stelde ik ook vragen. Vooral om hem te kunnen snappen. Hoeveel ik zelf ook al meegemaakt hebt, het blijft moeilijk om te kunnen weten hoe hij zich voelt. Ik zei dus nooit gewoon ‘ik snap het’, want dat kan ik niet.
Vaak was het antwoord ‘slecht’. Maar hij was eerlijk, dat was voor mij het belangrijkste. En voor hem was het belangrijk dat hij eerlijk mocht zijn.
De gesprekken konden soms lang of juist heel kort zijn. Dat wees zichzelf uit en dat was oké op die manier. Wij hadden onze eigen manier van communiceren over zijn problemen en gedachten. Over bepaalde dingen hadden we zelf een soort van afspraken gemaakt. Die maakten het dragelijker voor zowel hem als mij.
Steun
Ondanks dit allemaal bleef het voor ons beide moeilijk. Ik ben hem altijd heel dankbaar geweest voor het feit dat hij mij zo vertrouwde. Dit heb ik hem ook zo veel mogelijk proberen tonen. Ik zei regelmatig dat hij op mij kon rekenen. Ik heb regelmatig berichten gestuurd waarop ik geen (of pas een week later) een antwoord kreeg. Ondanks hij dit regelmatig weglachtte, niet of ongemakkelijk op reageerde, ben ik het toch altijd blijven doen.
Zelf werd ik er ook wel onzeker over. Val ik hem nu niet lastig? Misschien irriteer ik hem? Misschien ligt het aan mij? Wil hij me niet meer zien? Maar wat ik nu heb geleerd is dat die gedachten echt niet juist waren. Hij zei me ooit letterlijk: ‘Het is niet omdat ik niet of niet meteen antwoord, dat het me niets doet. Ik vind het leuk om jou berichtjes te krijgen’. Dat was voor mij een teken dat hij er wel degelijk iets aan had. En dat ik, ondanks ik vaak geen antwoord kreeg, dit toch verder moest blijven doen.
Masker
Het gebeurde soms dat ik duidelijk aan hem zag dat hij het niet naar zijn zin had. Het leek maar alsof hij plezier had in bijzijn van andere, totdat hij bij mij alleen was. Dan gaf hij aan dat dat eigenlijk niet zo was. Ik leerde door zijn masker heen kijken. In het begin voelde ik mij schuldig. Ik dacht dat het aan mij was om ervoor te zorgen dat hij zijn gedachten kon verzetten. Dat dacht ik, tot hij mij juist het omgekeerde vertelde. Hij zei dat het niet aan mij is om hiervoor te zorgen. Dat het juist deugd deed om niet alsof te moeten doen. Zo leerde ik dat het ook oké was om hem op die manier bij me te hebben, soms was juist dat hetgeen waar hij nood aan had. En ik wist dat hij de volgende keer misschien wel zijn gedachten zou kunnen verzetten.
Ik dacht dat het aan mij was om ervoor te zorgen dat hij zijn gedachten kon verzetten. Dat dacht ik, tot hij mij juist het omgekeerde vertelde. Hij zei dat het niet aan mij is om hiervoor te zorgen. Dat het juist deugd deed om niet alsof te moeten doen.
Schuldgevoel
Ondanks het feit dat ik nu weet dat het niet mijn schuld is, blijf je toch ergens met een schuldgevoel achter. ‘Had ik toen dat maar gezegd’, ‘had ik maar een andere vraag gesteld’ , ‘Misschien had ik nog meer moeten sturen’. Maar ik besef nu dat ik zijn situatie niet kon veranderen. Ik heb zo veel mogelijk gedaan wat ik kon. Dat hebben andere mensen mij doen inzien.
Veilig
Ondanks hij zelf geen uitweg meer zag, heeft hij mij op verschillende keren getoond dat ik hem toch op een of andere manier hielp. Soms zei hij dit letterlijk. Maar hij toonde het ook op vele andere manieren want hij zocht telkens de energie om af te spreken. Hij stuurde regelmatig een berichtje achteraf als bedanking. Hij voelde zich veilig om bij mij uit te huilen en om zichzelf te zijn.
Hij voelde zich veilig om bij mij uit te huilen en om zichzelf te zijn.
Ik weet dat dit alles niet gemakkelijk voor hem was. Dus mocht hij niets aan onze gesprekken gehad hebben, zou hij ook nooit telkens opnieuw willen afspreken hebben.
Lees hier #3: Weg taboe!
Praat erover en luister naar elkaar. Ook deze video toont aan dat praten over taboes kan.
De reeks 'Let's talk' kwam tot stand met verhalen gebracht door jongeren in het kader van Werelddag suïcidepreventie. Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be